Lees verder...
verklaringen vragen aandacht voor het feit dat Irmin destijds een veel gebruikt voorvoegsel was met de betekenis "groot" en ook voor het feit dat Irmin destijds een normale persoonsnaam was. Eeuwen lang bleef Ermelo een onaanzienlijk dorp. Enkele boerderijen, een kerk, een molen, een herberg, huizen van de predikant en koster en die van ambachtslieden zoals de smid, de kleermaker en de bakker. In de 18e eeuw werd Ermelo beschreven als een "matig dorp, waar men enig bouwland vindt".
Halverwege de 19e eeuw veranderde dit beeld.
Ds. Witteveen, de predikant van de Hervormde Gemeente, kreeg problemen met de kerkenraad en werd uit zijn ambt gezet. Hij moest natuurlijk de pastorie verlaten. Hij wilde echter in Ermelo blijven, waar hij veel sympathisanten had. Daarom kocht hij een oud huis en bouwde in de jaren daarna onder andere een eigen kerk en een tehuis waar allerlei mensen opgevangen konden worden. Er zijn nog maar enkele tastbare herinneringen aan deze predikant.
De aanleg van de Zuiderzeestraatweg zorgde er rond 1830 voor dat dit deel van de Veluwe beter werd ontsloten. Vanaf 1882 veranderde er nog meer. Ermelo kreeg een spoorweghalte: Ermelo-Veldwijk. Deze lag echter op 1 kilometer afstand van het dorp. De heer Chevallier die op het landgoed Veldwijk woonde, schonk bijna al het benodigde geld voor het station, maar verbond daaraan de voorwaarde dat de gemeente voor een goede weg daarheen zou zorgen. Dat gebeurde en zo ontstond de Stationsstraat. Toen was dat nog een weg tussen korenvelden en aardappelvelden.
Enkele jaren daarna veranderde het landgoed Veldwijk in wat wij nu een psychiatrisch ziekenhuis noemen. Nog vijf jaar later werd op het afgelegen landgoed 's Heeren Loo een tehuis voor verstandelijk gehandicapten gesticht. Deze instellingen brachten nogal wat bedrijvigheid en werkgelegenheid met zich mee. In de omgeving van het station werden wegen aangelegd en huizen gebouwd. Er ontstond een nieuw dorp dat toepasselijk "Nieuw-Ermelo" werd genoemd. Langzamerhand schoof de bebouwing in oostelijke richting. Ook het oude Ermelo groeide en breidde uit in westelijke richting. Rond 1920 groeiden Oud- en Nieuw-Ermelo aan elkaar. Het postkantoor vormde de verbindende schakel.
Na de Tweede Wereldoorlog breidde Ermelo snel uit. De komst van veel defensiepersoneel en de overal heersende woningnood maakten de bouw van nieuwe woonwijken noodzakelijk. Eerst werd de voormalige Ermelose Enk bebouwd, later volgden de bebouwing in Ermelo-Oost, Zuid en West en rond de voormalige Schoolweg in Oost. In 1972 deed zich het unieke feit voor dat een gemeente werd gesplitst. De "oude" gemeente werd in tweeën gedeeld: de gemeente Nunspeet en de nieuwe gemeente Ermelo.
Een opsomming van rijksmonumenten Bron: Wikipedia